Bouillon is een belangrijke basis voor soepen en sauzen. Er zijn verschillende soorten, zoals groentebouillon, tuinkruidenbouillon, vleesbouillon en kippenbouillon.
Heb je veel tijd en geduld, dan kun je de bouillon zelf trekken in een pan. Vooral voor vlees- en kippenbouillon moet je ruim de tijd nemen voor de beste smaak. Maar dan heb je natuurlijk wel een heerlijke bouillon zonder extra geur- en smaakstoffen.
Wil je het jezelf gemakkelijker maken, kies dan voor een potje geconcentreerde bouillon of voor bouillonpoeder. In de supermarkten kun je verschillende soorten en merken kopen. Vooral de bouillontabletten zijn populair. Met één blokje maak je ongeveer één liter soep. In recepten zie je ook vaak staan: verkruimel een (of een half) blokje/tablet boven de soep of saus.
Zelf gebruik ik deze blokjes ook wel eens, maar meestal kies ik toch voor bouillonpoeder in een potje. Dat deed mijn moeder vroeger ook al en ik vind het erg handig. Je gebruikt dan 1,5 eetlepel voor een liter soep.
Qua voedingsstoffen ontloopt de bouillon van een tablet of een potje elkaar niet zo veel, maar er is wel een prijsverschil in het voordeel van het bouillonblokje, tenminste als je het per liter bekijkt.
Ikzelf vind het voordeel van bouillonpoeder uit een potje echter dat je ook kan kiezen voor kleinere hoeveelheden, bijvoorbeeld een theelepel voor een glas bouillon. Dan hoef je dus niet een klein stukje van een blokje af te breken. En denk je dat je soep of saus wat extra smaak nodig heeft, dan kun je dat ook gemakkelijker doseren. Misschien een idee om zo’n potje in je keukenkast te hebben staan.